Stel je vraag
Het project ‘Waardering Ervaringsdeskundigen’ verzamelt informatie over de gevolgen van inkomsten op een uitkering. Een ervaringsdeskundige van het UWV en een ervaringsdeskundige juriste zijn beschikbaar in een helpdesk.
Veelgestelde vragen
Eerdere vragen over de (gevolgen van) beloning voor ervaringsdeskundigen zijn uitgewerkt in een rapport van het Verweij-Jonker Instituut.
Link naar het volledige rapport
Als het gaat om de inzet van ervaringskennis is doorgaans sprake van een eenmalige of incidentele vrijwillige inzet. Betrokkenen kunnen onderling afspraken maken over een onkosten(vergoeding). De inzet van ervaringsdeskundigheid moet altijd worden beloond. Bij professionele ervaringsdeskundigheid is in de praktijk vaak sprake van een dienstverband, bijvoorbeeld bij een instelling, of een gemeente. De beloning wordt dan bepaald op basis van de functieomschrijving en bijbehorende loonwaardering. Erva- ringsdeskundigen kunnen ook hun diensten aanbieden (als ZZP’er), al dan niet via een platform. De markt bepaalt dan de (hoogte van de) beloning voor de inzet.
Om maatwerk te kunnen leveren in de beloning van ervaringsdeskundigheid is precies zicht nodig op de (kwaliteit van) de te leveren diensten. Met uitzondering van de GGZ, waar een functieprofiel is ontwikkeld, bestaan nog geen uitgewerkte typeringen van de gevraagde werkzaamheden en benodigde kennis- en vaardigheden. Er is consensus over de noodzaak van de ontwikkeling van een systeem om de marktwaarde van ervaringsdeskundigheid te ontwikkelen. Er wordt verschillend gedacht over de manieren waarop zo’n systeem kan worden opgezet: Dit helemaal overlaten aan de markt versus het ontwikkelen van een marktplaats met een systeem van kwaliteitsbeoordelingen.
Het ontvangen van een financiële beloning voor de inzet van ervaringsdeskundigheid heeft gevolgen voor de uitkering die men ontvangt. In alle uitkeringsregelingen kan een
deel van het inkomen als ervaringsdeskundige worden vrijgelaten. In de bijstand moet voor een permanente vrijlating sprake zijn van ziekte of handicap.
Het ontvangen van een onkostenvergoeding kan gevolgen hebben voor de hoogte van de uitkering die men ontvangt. De maximale onkostenvergoeding als vrijwilliger is € 150,- per maand met een maximum tot € 1.500,- per jaar. De vergoeding heeft dan geen invloed op de uitkering.
De generieke regels rondom uitkeringen worden als (te) star of onrechtvaardig ervaren door ervaringsdeskundigen die – gegeven hun beperking – een specifieke inzet/ bijdrage kunnen leveren. Meer maatwerk en flexibiliteit zijn gewenst. Belangenbehartigers spelen een belangrijke rol in het onder de aandacht brengen van deze kwesties.
Een ervaringsdeskundige kan worden ingehuurd als werknemer, zzp’er of als vrijwil- liger. Bij inhuur als werknemer loopt de werkgever financiële risico’s als de werknemer ziek wordt of niet goed functioneert (ontslagkosten). Dit is niet zoals de ervaringsdeskundige wordt ingehuurd als zzp’er. Dit kan echter alleen als de arbeidsverhouding niet de juridische kenmerken heeft van werknemerschap.
Een voorbeeld van een juiste beloning op maat heeft betrekking op de inzet van erva- ringsdeskundigen in de GGZ. Ervaringsdeskundigen worden betaald conform de cao-GGZ. En bij de LFB – de belangenvereniging dóór en vóór mensen met een verstandelijke beperking – bestaan verschillende leer-werkplekken voor mensen met een verstandelijke beperking. In drie jaar tijd wordt men opgeleid tot ervaringsdeskundige. Mensen met een beperking kunnen op het hoofdkantoor van de LFB (in Utrecht) of in de regio. Zij zijn in dienst van de LFB.
Wat zijn stappen om te komen tot een samenwerkingsovereenkomst tussen vragers en aanbieders van ervaringsdeskundigheid?
Er is geen blauwdruk te geven van de stappen die nodig zijn om te komen tot een samen- werkingsovereenkomst tussen vragers en aanbieders van ervaringsdeskundigheid. Stappen die in meerdere handboeken of handreikingen terugkomen zijn: planmatig werken, ruimte maken voor ervaringsdeskundigheid in de organisatie, een duidelijke taakomschrijving ontwikkelen, randvoorwaarden organiseren, het borgen van de inzet van ervaringsdeskundigheid in werkprocessen en opleiding en training organiseren.
Het belangrijkste randvoorwaarde is om vanaf de start ervaringsdeskundigen te betrekken bij plannen om ervaringsdeskundigheid in te zetten. Dit schept het kader voor een gelijkwaardige samenwerking en zorgt ervoor dat in het plan ruimte is voor de consequenties van beperkingen die ervaringsdeskundigen hebben. Daarnaast dient voldoende budget te worden gereserveerd, voor zowel de beloning van de inzet als voor het creëren van de randvoorwaarden waaronder deze inzet plaats kan vinden.