
Levenslang leren is heel gewoon. In het dagelijks leven doen we continu nieuwe ervaringen op. Om deze persoonlijke ervaringsdeskundigheid te gebruiken om anderen te helpen, zijn een aantal extra stappen te zetten. Meestal is ‘iets weten door ervaring’ niet voldoende. Bij de ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid gaat het ook om jezelf kennen, weten hoe het voor anderen en kunnen.
Indeling stappen van ervaringsdeskundigheid
We onderscheiden vier stappen bij ervaringsdeskundigheid. Deze sluiten aan bij de stappen van scholing en ontwikkeling.

Ervaringsdeskundigheid is geen vast gegeven. Je kan het ontwikkelen.Het uitgangspunt is dan niet de vraag óf iemand ervaringsdeskundig is, maar op welke manier iemand ervaringsdeskundig is. Om hier grip op te krijgen, is gebruiken we onderstaand stroomschema.
Heb je een beperking? Heb je iets ernstigs meegemaakt? | ➜ | Je hebt persoonlijke ervaringsdeskundigheid In spreektaal: Je bent ervaringsdeskundige | |
⬇⬆ | |||
Heb je gereflecteerd op je ervaringen en kan je er met afstand naar kijken? | ➜ | Je hebt persoonlijke ervaringskennis | |
⬇⬆ | |||
Heb je geleerd van de ervaringen van anderen? | ➜ | Je hebt collectieve ervaringskennis | |
⬇⬆ | |||
Heb je de vaardigheden om dit doelgericht te gebruiken? | ➜ | Je kan je ervaringsdeskundigheid inzetten in (vrijwilligers)werk | |
⬇⬆ | |||
Zet je bij je (vrijwilligers)werk je ervaringsdeskundigheid in? | ➜ | Je werkt als ervaringsdeskundige … (met de naam van je functie er achter) |
Competentiemodel
Voor elke soort werk zijn andere competenties nodig. Die competenties bestaan uit een combinatie van kennis en vaardigheden. Het gaat niet alleen om theoretische kennis. Ervaringsdeskundigheid wordt gezien als derde kennisbron, naast professionele kennis en wetenschappelijke kennis. Het gaat ook niet alleen om persoonlijke ervaringen. Professionele ervaringen en het ‘fingerspitzengefühl’ dat men daarbij ontwikkeld, dragen ook bij aan competenties.
In het dagelijks leven beïnvloeden alle kennis- en ervaringsbronnen elkaar. We leren van de ervaringen van mensen die op TV zien, kennen de belangrijkste ziekten en zoeken online naar informatie zodra we iets mankeren.
Het competentiemodel brengt de samenhang tussen kennis en ervaring in beeld. Het laat de twee manieren zien waarop we kennis ‘eigen maken’.

Van theorie naar eigen ervaringen
Van buiten naar binnen sluit dit model aan bij de gangbare voorbereiding op een beroep. We volgen een opleiding om een vak te leren, gebaseerd op theoretische kennis. Praktijkgerichte opleidingen moedigen studenten aan om de koppeling tussen praktijk en theorie te maken. Daarbij maken ze kennis met ervaringen van andere mensen. Via zelfreflectie kan men zich de stof echt eigen maken. De ervaringen in het dagelijks leven, zowel met werk als privé, worden daarna automatisch gekoppeld aan deze kennis.
Van eigen ervaringen naar theorie
Van binnen naar buiten lezen we de weg vanuit ervaringsdeskundigheid. Centraal staat de mens, met een unieke persoonlijkheid, herkomst en leefomgeving. Door te leren van ervaringen ontstaat ervaringsdeskundigheid. We richten ons hier op de ervaringsdeskundigheid rond ziekten/beperkingen en welzijn. Door onze eigen ervaringen naast die van anderen te leggen, kunnen we ze beter plaatsen. Vanuit die herkenning, komt soms pas de erkenning voor de eigen situatie. In contact met anderen doen mensen meer kennis op over zichzelf. Dicht bij zichzelf, door ervaringen uit te wisselen, en wat afstandelijker door ervaringen van anderen aan te horen. We leren ook van andermans ervaringen als die niet direct bij onze situatie aansluiten. Met empathie kijken we TV als een ervaringsdeskundige zijn of haar verteld. Brokjes van dit verhaal dragen bij aan onze ervaringskennis. Op dezelfde manier breidt onze kennis zich steeds verder uit. Informatie die aansluit bij eigen ervaringen, zullen we eerder onthouden dan informatie over onderwerpen waar we ons niet mee verbonden voelen. Tenslotte kunnen we al deze deskundigheid en kennis gebruiken in onze werksituatie.