In het klavertje van ervaringsdeskundigheid hangt alles met alles samen. De blaadjes zijn continue in beweging. Per situatie verschlt welke kennis of ervaring het belangrijkste is.
Inzoomend op de linkerkant van het klavertje, betekent inzoomen op kennis. Het is de cognitieve kant, die gaat om het weten, kennen en begrijpen. Als we de kennis uit gaan pluizen, blijkt hij te bestaan uit een minimaal 9 verschillende onderdelen. Al deze onderwerpen doen we op als individuele kennis, en vullen we aan met kennis van anderen of uit literatuur.
ziekte, beperking of beperkende situatie
Allereerst kennis over je eigen ziekte, beperking of beperkende situatie. Of een andere reden van je ervaringsdeskundigheid (wie weet er een betere kop?) Iedereen die merkt dat body of mind slechter functioneert, leert de symptomen (her)kennen. Veel mensen gaan meteen op internet zoeken, anderen overleggen met de huisarts of specialist. Er ontstaat kennis over behandelingen en over het te verwachten verloop.
Langzaam maar zeker bouw je ook meer kennis op over de impact die de situatie heeft op het leven. Chronische ziekten, beperkingen en kwetsbaarheden hebben een enorme invloed op de kwaliteit van je leven. Soms kunnen leefregels helpen, soms niet. Soms is er lichamelijk en psychisch herstel, soms komt de aandacht meer te liggen bij sociaal herstel en ‘leren leven met’.
interactie met de samenleving
Ervaringskennis bestaat ook uit kennis over de interactie met de samenleving. Veel ervaringsdeskundigen kunnen minder goed participeren in de samenleving en krijgen te maken met uitsluiting.
Inclusie, toegankelijkheid en beeldvorming
Iedereen die in een rolstoel rijdt, moet leven met ontoegankelijke situaties. Je leert al snel waar je wel kan komen, en waar niet. Vergelijkbare kennis bouwt iedereen op die merkt dat de samenleving minder inclusief is dan we zouden willen. Mensen met een zichtbare beperking merken dat mensen hen aanstaren, van mensen met bepaalde psychische aandoeningen denken veel Nederlanders dat ze gevaarlijk zijn. Zo bestaan er over elke groep die afwijkt van het gemiddelde, wel vooroordelen. Als je er mee te maken krijgt, leer je het kennen. Als je het vaker meemaakt, er over leest of met anderen over praat dan gaan overeenkomsten en verschillen opvallen. Zo ontstaat steeds meer kennis over vooroordelen en stigmatisering.
Wetten, regels en het omgaan met bureaucratie
Het leven in Nederland is zo complex, dat niemand alle wetten en regels kent. Sterker nog. Het schijnt dat maar een handjevol mensen bij het UWV alle wetten en uitzonderingen kent waar ze daar mee moeten werken. Daardoor kan het moeilijk zijn om informatie over je eigen situatie te krijgen. Als je met een vraag over je uitkering naar het UWV belt, ben je soms beter op de hoogte dan de persoon aan de andere kant van de telefoon. Wetten en regels leer je kennen door er mee te maken te krijgen. Ervaringsdeskundigen die meer informatie opzoeken, kunnen expert worden op het terrein waar ze zich in verdiepen.
Al doende leert men.
Naast de letterlijke wetten en regels, is er ook een bureaucratisch systeem waar iedereen mee te maken krijgt. Het is een ware kunst om je weg te vinden in het woud aan mensen, processen, protocollen en wisselende afspraken waar je aan moet voldoen. Al doende leert men. Ervaringsdeskundigen die er vaker mee te maken krijgen, komen er uiteindelijk altijd achter waar ze moeten zijn (know-where), bij wie ze het beste terecht kunnen (Know-who), hoe lang processen duren (know-when), hoe ze een vraag het beste kunnen stellen (know-what) en hoe ze het proces aan moeten pakken (know-how).
Individuele omstandigheden
In een identieke situatie, zal elk mens toch anders reageren. We zijn allemaal uniek in wie we zijn, hoe we denken en wat we doen. Dit kleurt onze ervaringskennis, en voegt er elementen aan toe.
Familie
Dat begint al met de omgeving waar je wieg staat, en het gezin van herkomst. In een omgeving waar iedereen gericht is op geld en carrière maken, ligt de lat hoger dan in een gezin waar klaarstaan voor elkaar en vrijwilligerswerk de belangrijkste waarden zijn. Als iemand opgroeit in een warme omgeving, met veel aandacht en gezelligheid, is de kans groot dat die persoon dat in het latere leven ook belangrijke waarden vindt. De positie die je hebt in een gezin, bepaalt hoe anderen met je omgaan. Het jongste kind wordt anders benaderd dan het oudste kind, zen al helemaal anders dan de broer van een kind met een lichamelijke beperking.
Je leert ook veel door je positie in het gezin waarin je leeft. Als iemand in het gezin met een beperking leeft, heeft dat op alle anderen invloed. Iedereen is ineens een beetje mantelzorger en broers en zussen krijgen minder aandacht. Ouders krijgen te maken met een eigen verwerkingsproces, moeten met hun kind naar artsen, therapeuten, ondersteuners en al die professionals die nodig zijn om het zo goed mogelijk te doen. Ze hebben nog veel meer ballen in de lucht dan andere ouders.
Levenswijsheid
Naast levenslessen die verband houden met je ziekte of de omstandigheden waarin je leeft, leert iedereen natuurlijk ook veel andere levenlessen. Het kan zijn dat je jezelf hier door je ervaringsdeskundigheid meer van bewsut bent. Andersom werkt het ook dat alle andere levenslessen bijdragen aan je ervaringskennis. Het bepaalt hoe je naar informatie kijkt, en kleurt de kennis die je opdoet. Zodra levenswijsheid groeit, is het makkelijker om met wat meer afstand naar situaties te kijken en de keuzes te zien. Het kan de ervaringskennis die je hebt intenser maken.
Omstandigheden
Elke ervaring die we opdoen, staat in relatie met andere ervaringen. Het is een complex gebeuren, met talloze factoren die daar aan bijdragen. Door hier mee om te gaan, ontstaat kennis over de samenhang en leer je de impact van de omstandigheden waar je mee te maken hebt. Die zijn er op allerlei gebieden. Economische omstandigheden bepalen hoeveel geld je tot je beschikking hebt. Armoede heeft grote impact op het leven, en rijkdom ook. Je leert het effect van jouw maatschappelijke omstandigheden, zoals de wijk waarin je woont en het soort omgeving waarin je leeft. Je leert van je omstandigheden, die je eenzaam kunnen maken maar ook uitputtend kunnen zijn doordat iedereen aan je loopt te trekken.
Deze kennis is gebaseerd op wetenschap en collectieve kennis, en daarna toegepast op jezelf.
kennis die je hierbij opdoet, begint als persoonlijke kennis. Door therapie, zelfreflectie en vergelijking met anderen ontstaat steeds meer collectieve kennis. Als laatste, maar zeker niet het minste, leer je van de culturele omstandigheden. De subcultuur waarin je bent opgegroeid en waarin je leeft, spelen (onbewust) altijd een rol in je leven. Daardoor vallen sommige dingen je wel op, en andere dingen niet.