Connectie met oorspronkelijke ervaringen
Net zoals we bij familie praten over graden van verwantschap, kunnen we dat bij ervaringsdeskundigen ook doen. Bij familie vallen partners, ouders en kinderen onder de eerste graad verwantschap. Broers, zussen en kleinkinderen zijn tweedegraads. Ooms, tantes en neven en nichten zijn derdegraads.
- Bij ervaringsdeskundigen is de 1e graad iemand die ergens persoonlijke ervaringen mee heeft. Deze ervaringsdeskundige is deskundig geworden door te leren van die ervaringen.
- Er zijn ook mensen met vergelijkbare ervaringen. Dit is een 2e graad connectie van ervaringsdeskundigheid. Het is altijd gekoppeld aan een bepaald onderwerp. Dezelfde ziekte, dezelfde verlieservaring of hetzelfde herstelproces.
- De 3e graad connectie geldt voor mensen die wel persoonlijke ervaringsdeskundigheid hebben, maar met een ander onderwerp.
- Vakkennis, theorie en wetenschappelijke kennis zonder noemenswaardige ervaringsdeskundigheid wordt dan logischerwijze de 4e graad connectie.
Of een ervaringsdeskundige tot de 2e of 3e graad hoort, is afhankelijk van vele factoren. Het draait er maar net om wat het onderwerp is. Als het gaat om herstel, geldt de 2e graad connectie voor iedereen die een herstelproces heeft meegemaakt. Het maakt niet uit wat de de oorsprong daarvan is, het herstelproces is toch wel vergelijkbaar. Maar als het onderwerp is ‘herstel van jeugdtrauma’, kunnen we alleen ervaringsdeskundigen met jeugdtrauma tot deze 2e graad connectie rekenen. Herstel van een ziekte of iets anders wordt dan dus 3e graad.